Een maat(regel) voor niets

Nog twintig meter. Rustig blijven, niet opvallen. Tien meter. Niet achterom kijken. Vijf meter.  

Een elektronische  stem schalt door het station Brussel-Noord. ‘De trein naar Mechelen en Antwerpen van twaalf uur vijf heeft een vertraging van twintig minuten wegens werken aan het spoor, wij danken u voor uw begrip’. Genoeg tijd om een broodje ‘Oriental’ te kopen bij de Panos, denkt Veerle*. Op het perron roept een opvallende affiche haar toe: ‘Stop de mensen van Securail in je gsm!’. Goed idee, meent ze, en op de roltrap vist ze alvast haar smartphone uit haar handtas.

‘Veiligheid is een zaak van iedereen en daarom sporen we iedereen aan om het gratis noodnummer op te slaan’. De NMBS-Holding lanceerde eind oktober 2012 een affichecampagne in alle stations van het land. Het grote publiek werd opgeroepen tot solidariteit en burgerzin. ‘Wanneer iemand iets verdachts ziet en het Security Operations Center belt, kunnen agenten meteen de beelden van de camera’s bekijken en gepast reageren door bijvoorbeeld een patrouille ter plaatse te sturen’, luidde het persbericht. Goed bedoeld, maar in de realiteit een maat voor niets.

‘Versta ons niet verkeerd, de sensibiliseringsactie is een goede zaak. Maar het haalt zo weinig uit.’ De twee veiligheidsagenten van de bewakingsfirma Securail zuchten gelaten. ‘Na de installatie van camera’s op het perron was er even wat schrik bij de dieven. Intussen kijken ze daar allang niet meer van op. Ze weten dat ze toch niet vervolgd zullen worden. Het is België hé…. Ze beseffen ook maar al te goed dat wij voor hen geen gevaar vormen. Onlangs kregen we wat meer bevoegdheden, maar nog steeds veel te weinig. Als ze weglopen, mogen wij hen niet tegenhouden. Voor we iemand kunnen aanhouden, moeten we hem op heterdaad betrappen of vijf getuigen weten te vinden. Natuurlijk hebben de daders dan al lang de benen genomen. We kennen hun trucjes ondertussen. Zeker nu de winkelperiode op komst is, proberen we de mensen te waarschuwen. Hun slachtoffers zijn bij voorkeur buitenlanders. Die letten minder op hun bagage en beseffen minder goed dat een seconde onoplettendheid in Brussel-Noord genoeg kan zijn. De dieven weten dat ze hier bijna vrij spel hebben en het wordt steeds erger. Ze duiken van overal op.’

Aan de achterzijde van het station Brussel-Noord wisselen Hassan en Rayan nog snel een paar woorden met een groepje jongeren. Ze nemen een laatste teug uit hun Colablikjes, schudden iedereen de hand en nemen afscheid. De jongeren verdwijnen in de Rue Allard. Hassan en zijn vriend stappen het stationsgebouw binnen.

Veerle kijkt nog maar eens op haar smartphone hoe laat het is. Nog tien minuten. Ze wordt nu toch wat ongeduldig. Als de trein straks nóg vijf minuten vertraging heeft, dan mist ze haar overstap in Mechelen. ‘Bonne Journée!’ roept de energieke verkoopster van de Panos wanneer ze merkt dat Veerle aanstalten maakt om te vertrekken.  Ze groet terug, zwaait haar laptop over haar linkerschouder, haar handtas over haar rechterschouder en wandelt richting perron 11. Ze slaat geen acht op de twee dertigers die het station vanuit de Rue d’Aerschot  binnen slenteren.

De cijfers geven de twee veiligheidsagenten gelijk. Bij de veiligheidsdiensten van de spoorwegen werden vorig jaar 1961 diefstallen aangegeven. Een stijging van driehonderd diefstallen ten opzichte van 2009. Een gemiddelde van vijf diefstallen per dag. ‘In werkelijkheid ligt dat getal natuurlijk nog een stuk hoger omdat veel mensen de moeite niet doen om een diefstal aan te geven’, klinkt het bij Securail.  

‘We weten dat diefstal in onze stations een echte plaag is. Maar ze zijn jammer genoeg bijna onvermijdelijk’ reageert Leen Uyterhoeven, woordvoerster van de NMBS, berustend. ‘Toch doen we al het mogelijke om de reizigers te beschermen. Zo wordt er druk gepatrouilleerd door onze veiligheidsdiensten.’

De veiligheidsagenten zelf denken daar anders over. Met zijn tweeën moeten ze het station Brussel-Noord in de gaten houden. ‘Natuurlijk is dat veel te weinig, het is onbegonnen werk om met twee alles te controleren. De daders opereren bijna altijd in groep dus zijn we telkens in de minderheid. We pleiten al een tijd voor de aanwerving van een derde persoon.’

Met zijn blauwe afgewassen jeans en zijn lange grijze overjas valt Hassan nauwelijks op tussen de andere mensen op het perron. Hij verwarmt zijn handen aan een beker koffie en kijkt rond. Zijn blik glijdt onophoudelijk over de wachtende reizigers. Oogcontact probeert hij te vermijden. Op perron 11 merkt hij een jonge vrouw op. Ze oogt sympathiek, maar ze tokkelt onrustig op haar laptop. Onmiddellijk geeft Hassan een teken naar zijn vriend.

Zorgvuldig stopt Veerle haar laptop terug in zijn tas. ‘De trein naar Mechelen en Antwerpen van twaalf uur vijf komt zo dadelijk aan, spoor 11’. Het lijkt erop dat ze vandaag op tijd thuis zal zijn.

‘Wat mij het meest frustreert, zijn de grote passiviteit en de schouderophalende reacties van politie, veiligheidsmensen en zelfs medereizigers’ klinkt het verbitterd bij Bart Debecker, een slachtoffer van de gauwdieven. ‘Op terugweg van de luchthaven van Charleroi, nam ik in Brussel-Zuid de trein van kwart over tien naar Zaventem. Tijdens de tussenstop in Brussel-Noord trok een man op het perron mijn aandacht door op mijn raam te tikken en luid naar mij te schreeuwen. Toen ik de andere richting uitkeek, was mijn reiskoffer verdwenen. Ik sprong vliegensvlug van de trein, kon de schreeuwende man vatten, maar iemand op de vertrekkende trein riep dat mijn koffer zich nog op de trein bevond. Ik twijfelde, liet de man los en sprong weer op de trein. Het was uiteraard een georganiseerde list. Resultaat: mijn reiskoffer, professionele laptop en kleren gestolen.’

Bart stapte thuis onmiddellijk in zijn wagen en reed terug naar het station om ter plekke aangifte te doen. ‘Na twintig minuten rondwandelen vond ik nog altijd geen stationsambtenaar of politieagent. Waren wel aanwezig: een grote groep duistere randfiguren en hangjongeren. Als reiziger voelde ik mij erg onveilig. De volgende ochtend ging ik terug naar het station en probeerde ik de spoorwegpolitie te vinden. Hun kantoor is niet zichtbaar en niet gekend door de spoorwegambtenaren. Amper één agent was aanwezig. Hij opende de deur met de boodschap: “Sorry, ik kan niets doen”. Niemand in het station straalt enige autoriteit uit.’  

Ook de twee veiligheidsagenten kaarten de beperkte steun van de politie aan. ‘De federale politie zie je zelden in het station. Wanneer we bij een aanhouding de politie verwittigen, kan het soms twintig minuten duren voor een patrouille ter plekke is. Het politiekantoor is er enkel om aangifte te doen en is niet eens doorlopend bemand. ’s Avonds na zeven uur is alle politie vertrokken uit het station en kunnen de mensen nergens meer terecht. Ook zaterdag- en zondagnamiddagen zijn ze er niet, alsof de behoefte aan veiligheid dan opeens stopt in Brussel-Noord.’

In het politiekantoortje aan de hoofdingang worden alle vragen zonder pardon doorverwezen naar het hoofdbureau in Brussel-Zuid. Commissaris Daisy Vissers ontkent het probleem: ‘Ik heb de indruk dat het aantal aangiftes in onze lokale kantoren aan het dalen is. Ik vermoed door het goede werk van de politie op het terrein. Het is logisch dat de onthaaldienst in het station gesloten wordt na zeven uur. Er zijn nu eenmaal aanzienlijk minder klachten ’s nachts.’    

 ‘Ah, excusez-moi!’ Een man struikelt en verliest zijn koffie op haar jas. ‘Laissez-moi vous aider!’ Veerle laat haar tassen vallen en werpt snel een blik op haar jas. De schade is minimaal. ‘Non, non, ça va, geen probleem, ik krijg de vlek er zelf wel uit.’

Hassan wacht niet op haar antwoord maar begint te lopen. In zijn ooghoek ziet hij twee rode jassen van Securail in actie komen. Betrapt. Zonder te letten op de camera’s springt hij met drie treden tegelijk de trap af. Ter hoogte van de Panos krijgt hij onopvallend en efficiënt een handtas en een laptop in zijn handen geduwd. Twee veiligheidsagenten stormen nu de trap af en zetten de achtervolging in op een vluchtende man. Hassan wandelt fluitend de omgekeerde richting uit. Nog twintig meter naar de uitgang.

Brussel-Noord is in handen van grijpgrage vrijbuiters. Alle sensibiliseringscampagnes ten spijt.

* De reconstructie (in cursief) is gebaseerd op een getuigenis. De gebruikte namen in de tekst zijn fictief. 

Leave a comment